Voor de fietsenwinkel in Tuk (bij Steenwijk) laad ik de gravelfiets uit mijn kofferbak. Blijft wel ideaal zo een stationwagen waar de fiets zonder gedoe inpast! Het miezert een beetje en het is niet warm omdat ik niet in de luwte sta. Even twijfel ik; zal ik nog gaan? Of toch maar weer inladen en naar huis? Maar nee, ik ben niet voor niks drie kwartier aan het rijden geweest. Niet piepen, fietsen!
Op Komoot heb ik vanuit deze startplaats in Tuk een gravelroute uitgezet die me door verschillende gebieden over allerlei ondergrond een tocht van 70km laat rijden. Direct in Steenwijk start het al, met een schelpenpaadje door het park rond het centrum. Hoppa, dit is gravelen!
Net onder Steenwijk de eerste langere stroken. Oef, die zijn nog best pittig. De fiets – eigenlijk een cyclocrosser – is op deze stroken niet heel vergevingsgezind. Mijn schouders zijn direct flink losgerammeld. Maar ik voel me fit en ga lekker door.
Als ik onder de A32 door ben gereden kom ik in meer begroeid gebied. De wegen zijn – op een enkele strook na – vooral verhard met asfalt of klinkers. Sommige wegen herken ik zelfs van een racerit die ik een week eerder samen met mijn moeder vanuit Appelscha heb gereden. De omgeving is afwisselend en het regent ook al een poosje niet meer, dus ik vermaak me prima.
Dan het begin van het Dwingelerveld; een gravelwalhalla! Lange stroken schelpenpaden en prachtige vergezichten over dit heideveld. Op deze doordeweekse dag met minder mooi weer is het er erg rustig, wat de beleving van dit grote open veld nog intenser maakt. En ondertussen kun je ook nog een beetje cultuursnuiven bij de Astron radioteleschoop. Een mooie plaats voor een korte pauze, ik ben ongeveer op de helft.
Na het Dwingelerveld leidt de route over verschillende ‘bestratingen’ door de landerijen naar het Holtingerveld. Weer prachtige schelpenpaden door een fraai stuk landschap! En op sommige plaatsen zelfs nog een heeeeel klein beetje sneeuw op en naast het pad. Ondanks de inmiddels koud geworden voeten blijft het genieten.
Dan moet ik een stukje kale vlakte met tegenwind trotseren en merk ik duidelijk dat er geen snelle slicks onder mijn fiets gemonteerd zitten. Dit kost energie. Maar de beloning volgt bij landgoed De Eese, waar ik me door stukken drek op en naast de mountainbikeroute heen worstel. Maar het voordeel van een cyclocrosser is dat je die goed op je schouder kunt leggen en wandelend dit soort drekstukken wel doorkomt. Funest voor de gemiddelde snelheid, maar daar let ik vandaag niet op.
Het is weer begonnen met miezeren, maar ik wil niet afkorten. Het laatste stuk gravel ligt vlak voor het eind van de tocht en het moet nog een mooi stuk zijn (volgens Komoot). Ik rij parallel aan de A32 door nog een zwaar stukje, rij naar rechts over de A32, voor het spoor weer naar links en de breedste gravelweg van de dag ligt voor mijn voeten. En daalt af! Een kers op de – toch al lekkere – taart.
Moe, nat en voldaan kom ik terug bij de auto. Snel de fiets erin en wat droge kleren aan. Als ik terug rij naar huis beloof ik mezelf dat ik deze route ook nog een keer ga rijden met mooi droog weer!