Ruimtelijk ordeningswerk heeft met name te maken met het uitvoeren van procedures, volgens artikel 10, 11, 15, 17 en natuurlijk 19 (lid 1, 2 en 3). Dat is allemaal werken volgens de Wet op de Ruimtelijke Ordening, het wetboek dus.
Er is uitzonderingsprocedure, namelijk: artikel 5. De procedure daarvoor is simpel…
1. Een aanvraag wordt ingediend en blijkt niet te kunnen.
2. De behandelaar steekt zijn/haar rechter- of linkerhand naar voren en spreidt de vingers.
3. De hand met gespreide vingers wordt voor de ogen gebracht, met de handpalm naar het gezicht gericht.
Voer de procedure voor jezelf een keer uit en je begrijpt waarom deze procedure zo ontzettend simpel is.
Nu heb ik geleerd dat er nog een procedure is, die ik op dit moment een paar keer bijna heb uitgevoerd. Dit is artikel 1, maar die ga ik – na de uitleg van artikel 5 – niet meer uitleggen. Ha ha ha haaaa