Rechtdoor of rechtsaf, dat is heel in het kort de vraag die ik aan de ontbijttafel aan de renners heb gesteld op de tweede fietsdag (vrijdag). Rechtdoor zegt een groot deel van de groep; zij kiezen voor de route door het dal die langs de Rhône en het meer van Buget leidt. Een zestal wil wel graag rechtsaf om rustig te klimmen en snel te dalen.
Het eerste serieuze pechgeval is direct na de start een feit. De versnellingskabel van Kerst heeft besloten dat de spanning ‘m te veel werd en knapt af, nog voor we het bordje Motz gepasseerd zijn. Eigenlijk een geluk bij een ongeluk, want Kerst kan met zijn ‘gigant’ terug naar de Auberge om een fietsenmaker te zoeken.
De rest fietst door en bij de afslag gaan 8 man/vrouw rechtdoor en 5 slaan af naar rechts. Ik zit in de groep van ‘naar rechts’ en gelijk komen we in aanraking met een lichte klim door een kloof. Een prachtige route die ons naar de andere kant van de bergketen brengt waar we straks weer overheen moeten.
Terwijl wij langzaam maar zeker de hoogte in gaan, wordt de groep in het dal geconfronteerd met een probleem. De route leidt langs de Rhône, die in de afgelopen tijd een hoop regen heeft gehad. En dus hoog staat. Sterker nog, niet alleen het fietspad staat een eind onder water, op het aangrenzende maaiveld kweken ze watermaïs. Als de oogst lukt tenminste. De groep beseft ineens dat ze de waterfietsen niet mee hebben en lost het probleem op door een andere route te kiezen.
In de tussentijd schieten wij mooi op naar het hoogste punt van de klim. Om alvast te wennen aan de percentages van de Grand Colombier nemen we een weg waarin we geconfronteerd worden met 13%. Ook het dalen op dat soort percentages oefenen we als we deze weg terugnemen, omdat we toch wel erg ver van de route afwijken nu. Juist ja.
In de tussentijd heeft de ‘dalgroep’ haar fietsen en zichzelf als ware fotomodellen op de plaat gezet en een kop café noir (= espresso!) of thee verorberd in het restaurant dat ze toevallig op de route tegen kwamen. Niet ècht toevallig natuurlijk, omdat ik wist dat ze er langs zouden komen op iets meer dan de helft van de totale route. Ik heb de route immers gemaakt…
Wij naderen de top van de Col du Sapenay. Met net geen 900 m (boven NAP) het hoogste punt in de route van de dag. De klim is het laatste stukje niet mals meer; van ‘rustig klimmen’ is met percentages die tegen de 20% aan hikken geen sprake. Ik wist dat de klim steil zou zijn, maar zo had ik het ook niet verwacht! Jeetje zeg. Rustig doortrappen is nu het wijste. Waardoor ‘rustig klimmen’ toch wel weer klopt.
Daar komt het bordje! Yes, we hebben het gered! Natuurlijk eerst even op de foto en na de nodige rust duiken we de afdaling in. De afdaling die gesierd wordt door het uitzicht op het meer van Buget, het Rhonedal en… de Grand Colombier. Een fenomenaal uitzicht waar we tijdens een rust even van genieten en dit vastleggen.
De dalgroep zit inmiddels al aan de lunch weet ik, maar ik heb al laten weten dat we te laat gaan komen en we voelen geen drang om heel hard naar de Auberge te fietsen. “We vinden altijd wel iets om te eten”, “We kunnen genoeg eten kopen onderweg” en “Annet heeft nog heel veel broodjes”, klinkt het rondom.
Het laatste stuk afdaling en het stuk door het dal gaan vlot. Dan de laatste klim terug naar Motz. Een venijnig ding, maar volledig in stijl bedwingen we ook die. De dalgroep staat al onder de douche als wij aan de lunchtafel gaan zitten. Maar we hebben nog lunch! Lekker…