De beelden van de Tour van een paar jaar geleden staat nog voor mijn ogen. Johnny Hoogerland die gelanceerd wordt van zijn racefiets door een uitwijkmanoeuvre van een auto. Hij belandt vol in het prikkeldraad langs een weiland en is zwaar gehavend.
Oke, de vergelijking is niet te leggen, maar een klein Hoogerlandje had ik gister wel. We waren nog niet eens in het bos, we waren op een pad dat naar het bos leidde. Ik kijk voor me en zie te laat een tak. Zonder bast en nat, dus spekglad. Mijn voorwiel van de atb schiet naar links, de grip is volledig weg. Ik val naar rechts en hang met mijn jasje en lange broek in de prikkeldraad. Au!
Ik maak mezelf los en bekijk de schade. Die valt mee. Het doet pijn, maar ik stap weer op de fiets en ga naar de rest toe die staat te wachten. We zijn tenslotte net weg en ik wil wel doorfietsen, het is mooi fietsweer.
Dan komen we bij het circuit voor de circuittraining. Uiteraard ga ik er volle bak in, training is training dus hard werken hoort daarbij. Ieder rondje moet je een tandje zwaarder en dat drie keer achter elkaar. Ik begin zwaar en de derde keer schakel ik zo zwaar dat ik staand op de pedalen gang moet zetten. De hoek linksom na het schakelelement is kort en ik stuur te kort om. Baf! Op mijn linkerkant lig ik dit keer. Juist ja…
Later in dezelfde rit sta ik ook nog midden in een modderpoel geparkeerd, waardoor ik tot mijn enkels in de modder sta. Goed, dat kan er ook nog wel bij. Het was duidelijk mijn dag niet gister…