fietserd

lekker buiten geweest

Ik kom net uit Elsloo en vlak voor me ligt de N351 tussen Oosterwolde en Wolvega. Ik ben tijdens mijn fietstocht behoorlijk ver naar het zuiden afgedwaald dus. Nu sta ik voor de keuze om in een rechte lijn naar het noorden – naar huis – te gaan of toch nog even af te dwalen naar het westen en dan af te buigen naar huis.

Op mijn teller zie ik dat ik dik 44 kilometer heb gefietst met een gemiddelde snelheid van 29 km/uur precies. Hmm, niet gek met deze toch wel pittige wind die tot nu toe bijna alleen nog maar tegen heeft geblazen. Oké, ik heb de route er wel op uitgekozen dat ik zo veel mogelijk luwte heb tijdens het fietsen, maar met die kaler wordende bomen helpt een simpele boomsingel niet meer; de wind knalt je dan ook dwars op je hoofd.

Ik kan nog wel even, dus hup; op naar Oldeberkoop. Dan vanaf daar maar naar het noorden. Bij de kruising met de N351 ga ik het hoekje naar links om. Wat een geluk; bos aan de linkerkant! De tegenwind valt hier mee. Shit, dit had ik niet verwacht, Oldeberkoop is nog best wel een eindje. Ik ben dan ook blij wanneer ik het bordje Oldeberkoop zie en ik naar rechts kan. De wind eindelijk in de rug.

Ik schakel een tandje zwaarder en laat de snelheid (vrijwel) niet meer onder de 30 km/uur komen. Helaas, de wind heb ik niet pal achter, het stuk naar huis is lang en mijn benen lopen vol. Als ik in Gorredijk voor wegwerkzaamheden van de fiets moet merk ik dat mijn benen eigenlijk niet meer willen. Maar ik moet nog even en opgeven; dat komt op zo een moment niet meer in mijn woordenboek voor.

Tijnje! Eindelijk wind mee. Op souplesse wil niet meer; het fietsen is nu hard werken geworden. Zelfs met de wind mee. Ik wil mijn snelheid zo hoog mogelijk houden – principedingetje – dus stamp ik door. Mijn bovenbenen verzuren, gaan branden en blijven branden. Ik zet door en ik kies niet voor de snelste weg naar huis, maar wel voor de route met het meeste asfalt. Want waarom zou ik het mezelf nu nog onnodig lastig maken met veel klinkers?!

Dan ben ik eindelijk thuis. Hè, hè, dat werd ook wel tijd. Mijn benen zijn lam, mijn longen uitgeput en mijn hartslag tegen maximaal. Tijd om uit te blazen. Lekker gefietst? Mwoa, dat is anders. Wel ben ik lekker buiten geweest.