fietserd

Kopwerk

Maandagavond.

Als een gek was ik van kantoor naar huis gereden, zodat ik op tijd thuis zou zijn om te kunnen fietsen. Snel een bord macaroni met vieze kant-en-klare pastasaus (Bertolli) weggewerkt en met enige tegenzin de wielrenkleding aangetrokken. Tegenzin? Jep, want ik voelde me niet heel optimaal. Ik ken dat van mezelf; daar moet ik even doorheen. Als ik eenmaal op de fiets zit, voel ik me meestal snel weer goed.

Na een korte fietstocht kwam ik om kwart voor 7 aan bij het verzamelpunt voor de maandagavondtochtjes. Niet te vroeg, niet te laat. Hé, ik ben alsnog de eerste, dat is apart. Ach, even wachten, de eersten zullen zo wel komen. In de volgende minuten komen er geen renners en het besef begint te komen dat ik waarschijnlijk een afmelding gemist heb.

Een afmelding. Die had ik totaal niet verwacht. Het weer was droog op het moment dat ik op de fiets stapte. Ik had even ‘in de wolken’ gekeken, had de windrichting (noordoostelijk) gevoeld en zag dat de lucht licht was en ook in noordoostelijke richting niet dreigend was. Bovendien waren de weersvoorspellingen voor het noorden dat het droog zou blijven. Tja, dan verwacht ik geen afmelding. Dus had ik mijn mail voor vertrek niet meer gecontroleerd.

Daar stond ik bij het verzamelpunt; onwetend wachtend op ploegmaatjes die niet kwamen. Een beetje chagrijnig ook. Even schoot het door me heen; “Zal ik maar gewoon weer naar huis fietsen en op de bank gaan hangen?” Maar nee, dat is me de eer te na, dus ben ik om iets voor 7 in oostelijke richting weggefietst, dus niet naar huis (noordelijk). Korte tijd nog mentaal met mezelf in strijd, maar op een gegeven moment toch ook wel weer met plezier.

Na een goede 50km gefietst te hebben kwam ik nat (van het zweet!) weer thuis. Ik was blij dat ik toch doorgezet had en voelde me weer goed; de endorfine had goed zijn werk gedaan.