Thuis! Eindelijk, mijn benen waren er aan toe. Ik rij naar mijn voordeur, klik mijn voeten uit de pedalen en zet ze op de grond. Mijn kuiten rekken op en ik voel dat als pijn. Juist ja. Het is inderdaad al weer een tijd geleden dat ik op de racefiets had gezeten, maar dit had ik niet verwacht.
Er stond natuurlijk wel een stevige bries, dus gemakkelijk zou het sowieso niet worden. Het rondje ging in westelijke richting, terwijl de wind uit het zuidoosten kwam. Misschien niet de meest handige keuze, maar qua afstand wel geschikt. Gelukkig was ik niet alleen.
De hartslag zat telkens hoog, eigenlijk non-stop boven de 160 bpm. Eigenlijk is dat veel te hoog, maar vreemd is het niet. De afgelopen weken waren voor mij fysiek een aantasting. Deels omdat ik griep heb gehad, maar ook omdat het ‘in het koppie’ wel eens zwaar was. Want dat uit zich ook in het lichaam. En op de fiets had ik er last van door de hoge hartslag, slecht herstellen (hartslag zakte maar langzaam), pijnlijke piepende longen en vermoeide zware benen.
Na iets meer dan 56 km sta ik voor mijn voordeur uit te blazen. Mijn buurman loopt naar zijn auto en ziet me. Of ik misschien te hard gefietst heb… euh nee; alleen niet in goede vorm. De buurman lacht. Gelooft hij me of niet? Het maakt mij niet meer uit, ik ben blij dat ik thuis ben en het lijf rust kan geven. Dat voelt wel weer goed.