Ik ben net naar rechts afgeslagen en voor me ligt het fietspad langs de Folgerster Loane… Zal ik? Hoe lang is het fietspad? Och, wat maakt het uit; ik doe het gewoon!
De handen doe ik onder in de beugels, mijn beentempo gaat omhoog en ik schakel een tandje bij. Ik dwing mezelf harder te drukken op de pedalen en het mijn benen vinden weer een hoger ritme; rond de 100 rpm. Dat is prima.
De eerste kilometer gaat voorbij, de tweede volgt vlot daarna. Ik kan het tempo volhouden. Dat betekent trouwens vooral dat ik mijn ademhaling nog onder controle heb en dat mijn benen nog niet branden.
Wat een rare houding eigenlijk, zo voorover in de beugels hangen. Zal ik mijn handen op de shifters zetten om mijn longen meer ruimte te geven? Nee, niet doen! Deze houding niet meer loslaten nu, diep blijven hangen en doortrappen!
Kilometer drie is voorbij gegaan. Afslag naar links met een onoverzichtelijke kruising. Bovendien staat er een scootertje op het fietspad; uitkijken dus! Mijn longen beginnen gevoelig te worden, mijn hartslag jaagt en mijn benen raken wat meer vermoeid. Maar inhouden kan niet, want ik wil door… en door… en door.
De afslag naar Rottevalle, kilometer 4 is voorbij gegaan.
Ik krijg nu serieus last van mijn longen en wil ophouden. Nee ik wil niet ophouden, ik wil in ieder geval tot aan het viaduct van de Wâldwei. Ophouden is geen optie, ik heb een doel en dat wil ik halen!
De afslag naar de Dwarsvaart, kilometer 5.
Mijn ademhaling doet pijn, mijn benen zijn moe, mijn hart gaat langzaam naar de max toe. Ik zie het niet meer, zie alleen nog het doel in de verte en dichterbij komen. Het doel dat me verlossing gaat brengen.
Op het laatste moment besluit ik het doel aan te passen; niet meer het viaduct, maar het plaatsnaambordje van mijn woonplaats is de finish. Het staat vlak na het viaduct en ik schiet het voorbij.
De verlossing is daar gekomen. Eindelijk rust voor de benen, longen en het hart. Voor het eerst sinds het begin van mijn geïmproviseerde ’tijdrit’ kijk ik op mijn stuur en de Garmin die daarop gemonteerd zit. Mijn tempo is nu nog steeds dik 29 km/uur… wow, dan heb ik wel redelijk doorgestampt net! Als ik thuis kom zie ik mijn ‘prestatie’; een nieuw persoonlijk record! Heb ik het toch weer geflikt 🙂