Het hoort erbij dat je bij een nieuwe fiets even moet wennen. Het maakt dan niet uit of het een racefiets is, of een stadsfiets, of anders, je moet gewoon even wennen. Soms valt dat mee, soms valt het tegen.
Bij de Kuota moest ik wennen aan verschillende dingen. Eerst aan het stuur, een compact-stuur. Eerst voelde dat raar, ik dacht dat het smaller was. Maar niks was minder waar en nu vind ik het heerlijk; ik kan zelfs met gemak onder in de beugels komen. Vervolgens moest ik wennen aan het schakelen; de shifters van Shimano Sora (op de Orbea) zijn toch echt anders dan de 105-groep die ik er nu op heb zitten. Ook dat wende trouwens snel.
Maar waar ik het meest mee aan het prutsen ben geweest is het zadel. Het eerste zadel was tijdelijk en – mondieu – wat was ik blij dat ik er een ander zadel op kreeg! Het eerste was net een plankje. Ik heb in tijden niet zo veel zadelpijn gehad als na het eerste oefenritje op de Kuota. Gelukkig kon er snel een ander zadel op; een zadel zoals degene die ik op de Orbea had. Hetzelfde merk: Selle Royal.
Het zegt trouwens niks hoor, of zadels van hetzelfde merk zijn en er hetzelfde uitzien. Want met het nieuwe zadel heb ik ook nog behoorlijk omgeklierd. Iets naar voren. Punt iets naar beneden. Punt nog iets naar beneden. Het hielp niet helemaal, ik bleef – zeg maar – gevoelige plekken houden en dat al na een tochtje van zo een 40 km!
Tot vanavond.
Gistermiddag heb ik het (oude) zadel van de Orbea er weer opgezet. Het was nog even klieren, maar het zat. Toen ik vanavond op het zadel ging zitten voelde het direct goed; alsof ik een oude schoen had aangetrokken. En na de dikke 42 km, die ik vanavond heb gefietst, heb ik nergens last van! Geen pijntje op de plek waar ik dat vanaf april dit jaar wel had.
Dus als moraal van dit verhaal een tip: bewaar bij het wisselen van een (race)fiets altijd je oude zadel wanneer dat lekker zat! Je weet maar nooit of je het weer nodig hebt.