Hierna volgt een stukje over mijn klimervaring op de Col d’Izoard dat ik voor mijn collega’s heb geschreven:
————-
Ik ben doornat en ben blij dat ik nog in het bos ben. Het bos geeft luwte zodat ik in ieder geval niet de koude wind over mijn doorweekte fietskleding krijg. Wanneer is het eind van het bos en krijg ik het stukje afdaling? De route door het bos is langer dan ik had gedacht en ik word moedeloos van de vele haarspeldbochten omdat ik niet kan zien hoe ver ik nog moet. Hou ik dit nog wel vol? Ik ga niet afstappen, daarvoor heb ik al die maanden training niet gedaan, maar als het nu zo blijft regenen? Nee, ik ga niet afstappen, opgeven is geen optie!
De spieren in mijn bovenbenen branden van de vele klimkilometers die ik al gedaan heb tot dat moment; ze kunnen wel wat rust gebruiken. De alpenweiden waren zwaar (10 – 14%) maar vielen niet tegen. Het bos was – in verhouding tot de alpenweiden – iets lichter (8 – 9%), maar langer en daarom voor mijn gevoel zwaarder.
Dan komt de verlossende bocht waarbij ik het bos verlaat. Een klein stukje afdaling volgt. In de bocht kijk ik even op en zie het maanlandschap voor me waarin het laatste stuk klim naar de top ligt. Dan duik ik naar beneden, de afdaling in. De kou en regen benemen me letterlijk de adem en ik ben blij dat ik vlot daarna weer mag klimmen. Door de stilstand van de benen, tijdens de korte afdaling, doen ze het eerste stukje klim weer pijn. Gelukkig kom ik al snel weer in mijn ritme en haarspeldbocht na haarspeldbocht kom ik dichter bij mijn doel; de top, de Col d’Izoard.
Ik voel aan mijn benen dat ze weer beter voelen. Het klimpercentage lijkt iets lager, maar na al die kilometers weet ik het niet zeker. Ik kijk naar de hartslagmeter, de hartslag is gezakt naar net onder de 170 slagen per minuut. Ik heb bijna de hele rit rond de 173 slagen per minuut gezeten, de daling van de hartslag maakt dat ik iets durf aan te zetten. Dan kom ik een bocht naar links om en staat – hoewel ik het nog niet verwacht – ineens het monument van de top van de Izoard in mijn beeld. Tenminste, dat denk ik… Het giet van de regen en ik weet niet zeker of ik het goed heb gezien. Ik kijk daarom voor de zekerheid nog een keer en zie dan ook de begeleiding en hun voertuigen staan. Als ik zeker weet dat ik boven ben, gil ik het uit van blijdschap. Wow, ik ben er en ik heb nog energie over! Ondanks de stromende regen en de snerpend koude wind geniet ik van het feit dat ik nog redelijk fit finish; wat een kick!