De trappen van het station Zwolle staan me tegen. Maar ik kan er niet omheen, ik moet ze beklimmen om van het perron waar ik ben te komen op het perron waar ik moet zijn. Vandaag kan ik niet tot Rotterdam blijven zitten, vandaag moet ik bij Zwolle overstappen om zo in Arnhem te komen.
Het liefst ging ik gewoon met de auto van huis naar Arnhem, omdat dat 2 hele uren reistijd scheelt. Maar treinen heeft zijn voordelen. Als je trein tenminste rijdt en liever ook nog op tijd is. Vandaag lijkt het goed te gaan, ik rij buiten de spits, dat scheelt.
Een voordeel van treinen is dat je kunt werken terwijl je reist. Vandaag met mijn eigen netbookje tenminste wel, ik heb vandaag geen internet nodig om te kunnen werken. Bovendien heb ik een lekker muziekje in de oren en dan werkt het best prima.
Wanneer je tussen het staren naar je schermpje door eens naar buiten kijkt zie je bovendien best mooie dingen. Steden, historische perrons, mooie landschappen. En die landschappen geven me inspiratie. Bij Zwolle zie ik paadjes die ik graag eens op de fiets wil proberen. Wie kent daar mooie routes?
Vanuit de trein zie ik bovendien ook de Posbank bij Dieren, waar we afgelopen zaterdag nog trainden. Ik zou mijn moeder, tante en nicht daar wel eens mee naartoe willen nemen, om hen vanaf de racefiets te laten genieten van die mooie omgeving. Ik ken nog wel een route 😉
Maar het blijft bij korte blikken vandaag; ik zit in de trein en ik werk. Vandaag wel.