De Oerolfietser. Hij bestaat en het is een ander soort fietser dan op het vasteland. Ook de Terschellingers hebben wat moeite met deze tweewielbestuurder, waar ze 10 dagen per jaar mee te maken hebben.
Een persoon van het vasteland huurt een fiets, of komt met de eigen fiets naar het eiland Terschelling. Op het moment dat hij/zij voet aan wal zet verandert de vastelander in de Oerolfietser.
Een eerste symptoom is het enorme polonaisegedrag. Daar waar iedereen heen fietst wil de Oerolfietser ook heen. Bij voorkeur over het fietspad langs de duinen. Tijdens deze polonaise van fietsers kun je letterlijk over de koppen lopen… of fietsen.
Kuddegedrag is ook een symptoom van de Oerolfietser. Dit uit zich in de aanpassing van de snelheid. Of beter; de verlaging ervan naar een tempo waarbij een ‘gewone’ fietser de neiging krijgt om te vallen. En wanneer je je als fietser dan sneller beweegt dan de rest, omdat je wielrenbenen hebt die kunnen knallen, dan kun je rekenen op opmerkingen die bedoelt zijn je te vertragen. (Gelukkig ben ik eigenwijs!)
Tot slot is een vorm van suicidaal gedrag een symptoom. De Oerolfietser waant zich onstervelijk. Bij voorkeur keert hij zijn fiets om op het moment dat een eilander met zijn 4×4 eraan komt razen. De eilanders zijn hier gelukkig goed op voorbereid, in de meeste gevallen mislukt de actie. Maar goed ook, anders zou het Oerol een bloederig festival worden.
Gelukkig is er een goede remedie voor de bestrijding van de symptomen; de boot terug naar het vasteland!