Scherp geslepen, 52 stuks in één rij achter elkaar; tanden. Te veel voor een mens? Ja in een gebit wel, maar als het om de tanden van een tandwiel van de racefiets gaat, zijn 52 niet snel te veel.
Afgelopen zaterdag weer eens een reguliere training. Voor de verandering, want de afgelopen drie weken heb ik gereisd. Het was daarom ook wel weer eens lekker om vanuit Palestra te beginnen met de training. En na veel duur- en klimwerk was het ook wel weer tijd voor een krachttraining en een krachtmeting van mens en fiets.
52 Tanden. Ze moesten aan het werk, want krachtwerk kun je op het platte vlak prima doen, maar dan heeft vooral het grote blad voor het zwaar. Die mag aan het werk.
Een sprint! Of eigenlijk twee. Eén vanuit bijna stilstand en één sprint vanuit snelheid. De eerste op het platte vlak, de tweede op de lichte helling van de terp van Hantum. Zittend sprinten mag. Staand sprinten mag. De versnelling op zijn zwaarst. De handen trekken hard aan het stuur en de benen verzuren, vooral tijdens de tweede sprint. Dat de aluminium en carbon rossen na 10 van deze series heel zijn gebleven mag een wonder heten. De wattages dreunden op de pedalen, de sturen werden bijna van de fietsen getrokken.
Klaar? Nee hoor, tijd voor een steigerung. Of eigenlijk twee. De eerste waarbij alleen op de heenreis een vlotte steigerung werd uitgevoerd en de rest van de anderhalve kilometer op de zwaarste versnelling werd weggetrapt. De tweede waarbij een (iets kalmere, maar nog steeds intensieve) steigerung op de heen- én de terugreis werd uitgevoerd. De tandjes van de achterste bladen van de fietsen kregen het zwaar te verduren. De longen, het hart en de benen van de renners volop in de vermoeidheid en verzuring.
De ketting ligt braaf over de voorste 52 tanden heen en deze lijken nog lang niet versleten. Dat moet ook niet, want voor volgende week moeten ze weer scherp zijn. Ze mogen dan weer aan de bak; de tweede tijdrit staat dan op het programma!