Afgelopen zaterdagochtend geen twijfel mogelijk. We gaan buiten trainen en we starten in het immer zonnige Burgum. Tenminste wel op deze zaterdagmorgen. Dat is na trainingen in de mist en de regen wel weer eens een hele welkome afwisseling.
Lekker peddelend en babbelend rijden we richting Kootstertille. Juist; een tille. Oftewel; een brug. Vandaag staat een viaducttraining op het programma; even de benen weer wat meer inspannen dan de afgelopen weken.
Bartele rijdt lek gelukkig, bij Eastermar. Wacht… dat zeg ik verkeerd. Bartele rijdt lek, gelukkig bij Eastermar. Waarom is dat gelukkig? Een lekke band verwisselen is nog tot daar aan toe. Er weer voldoende lucht inkrijgen met een weerbastig ventiel dat de lucht net zo hard teruggeeft als het erin geblazen wordt, is een andere uitdaging. Maar gelukkig dus; in Eastermar weet ik een fietsenmaker die op zaterdag om 10 uur de deuren vast wel open heeft. Bartele en Gerke samen op zoek naar lucht, de rest van de groep loods ik door voor mij bekend terrein naar de brug; de tille.
Ineens doemt de brug voor ons op. Hoog en droog. Eerst maar even op verkenning. De benen kennis laten maken met de helling, de longen en het hart laten weten hoe lang de inspanning gaat duren. Souplesse is daarbij het sleutelwoord. De luchtfietsers voegen zich intussen ook weer bij de rest.
De tweede oefening vraagt al wat meer. Iedere keer als de renner de brug op fietst wordt het lijf wat zwaarder op de proef gesteld. Drie keer verzwaren op het achterblad is voldoende en dan de vierde keer in één keer drie tandjes terug. En natuurlijk het hele riedeltje opnieuw, want we zijn niet voor één gat te vangen. Of één brug eigenlijk.
Dan wordt het tijd om echt een tandje bij te gaan zetten. Letterlijk dus, en wel op het voorblad. Een halve brug hoeven ze dit maar te doen. Langs de kant sta ik de renners op te jutten helemaal volle bak naar boven te fietsen. Nog niet de volle klim, halverwege is pas het schakelmoment. En dan beginnen de eerste fietsen te protesteren. “Een tandje erbij op het voorblad?!”, zeggen enkele nieuwelingen: “Jij bent gek!”. De kabels spannen zich net niet genoeg in en het grote blad wordt niet bereikt. Tijd voor deze fietsen om de kabeltrekker in Dokkum te gaan bezoeken!
Een vierde oefening heb ik ondertussen bedacht; een combinatie van de tweede en derde oefening. De tanden worden door de renners stevig in deze oefening gezet. Voor groot, achter twee keer verzwaren en dan weer terug. De wattages vliegen me om de oren als ik bekijk hoe stevig ze de brug op trappen. Het is maar goed dat het asfalt stevig vast ligt.
Dan is het tijd om te vertrekken; om afscheid te nemen van de brug. En alsof de weergoden het afscheid voelen, huilen ze de wolken nog even leeg in het korte stukje terug naar Burgum…. maar het mag de pret niet meer drukken. Weer een mooie training achter de rug.