Ik kan maar moeilijk afkicken van de hoge intensiteit van bewegen van de afgelopen weken. En ja dus ook fietsen. Vandaag was mijn eerste werkdag na de vakantie en het was nog een enigszins relaxte dag. Dat maakte dat ik ook tijd had om na te denken over het fietsen van vanavond; ik had er zin in!
Ik zorgde ervoor dat ik op tijd thuis was, had een bord paste voor avondeten en yoghurt met vla en muesli na. De maaltijd lag me eigenlijk zelfs net een beetje te zwaar op de maag toen ik op de fiets stapte. Maar ik had er wel zin in en zette daarom de benen – richting de startplek – al even aardig aan het werk.
Nadat we met het drietal compleet waren gingen we op weg. Heel even infietsen (lees 29 km/uur) en daarna tempo maken en gaan met die banaan. Mijn benen voelden goed en op souplesse kon ik blijven draaien. De snelheid inmiddels vrijwel non stop boven de 30 km/uur. Al kletsend knalden we verder en na een dikke 48km was ik weer thuis. Gegevens op de Garmin Connect site zetten, even statistieken beoordelen (shit, net 29,9 km/uur gemiddeld!) en dan onder de douche.
Nadat ik met mijn huispak aan op de bank ben gekropen voel ik mij bovenbenen toch wel iets. Ik kijk naar een foto van de beklimming van de Alpe d’Huez. De dikke bovenbenen vallen me op. Geen vet, allemaal spieren. Benen die goedgetraind zijn in het afgelopen jaar. Benen die niet meer in mijn strakste spijkerbroek passen. Benen die kunnen ‘beulchen’.