fietserd

Krampachtig volhouden

Het is nog maar een klein stukje tegenwind weet ik, terwijl ik probeer de hoge cadans vol te houden. Dat is namelijk het doel van mijn tochtje vandaag; de trapfrequentie (cadans) zo veel mogelijk boven de 100rpm houden. In het begin van het tochtje rustig aan, maar na de Fonejachtbrug met achter een tandje zwaarder. Automatisch gaat dan de snelheid omhoog.

Ik kan het redelijk goed volhouden, ik voel me goed. De inspanning is niet te zwaar; door de souplesse schiet ik lekker op. Bovendien is het weer heerlijk en zijn de wegen en fietspaden niet te druk, zodat ik niet veel mensen voorbij hoef of tegenkom. Na Leeuwarden nog een klein stukje tegenwind en dan de wind in de rug en zij achter. Ik kijk er naar uit; dan kan ik namelijk nog een tandje bijschakelen en meer snelheid maken.

Vlak voor recreatiegebied de Groene Ster gaat het mis. Ineens voel ik een kramp in mijn lijf. In de buurt van mijn maag, lever en darmen. De kramp is eerst niet zo heftig en ik besluit door te rijden. Maar wanneer ik langs de Groningerstraatweg richting Hurdegaryp rij moet ik mijn lichaam strekken om de romp te ontspannen en zo de pijn te bestrijden.

Heel even gaat het beter, maar dan komt de kramp in volle heftigheid terug. Zo heftig dat ik moeite krijg met ademhalen; iedere teug doet pijn. Dan rijd ik door Hurdegaryp. Ieder bultje in de klinkerweg jaagt pijnscheuten door mijn lijf en doet me happen naar adem. Ik heb letterlijk ademnood en besluit dat het niet meer gaat; ik moet even stoppen. Maar het helpt niet; het blijft pijn doen.

Dan toch maar weer op de fiets stappen; ik kan hier niet blijven staan en verkleumen. Met moeite ga ik weer op weg en heel bewust probeer ik mijn romp te ontspannen. Ik fiets verder op het ritme van mijn gedachten: “Je hoofd is sterker dan je lijf! Je komt wel thuis. Je hoofd is sterker dan je lijf! Je komt wel thuis.”

Door de kramp is het besluit om de route in te korten niet moeilijk. Dat is dan weer een voordeel bij een nadeel. Door Burgum is het weer pijnlijk; de hobbelende klinkers doen pijn aan mijn lijf; nog steeds is de ademhaling lastig. Toch haal ik nog een andere wielrenster in en kom ik vlotjes de brug over het kanaal over.

Op het fietspad richting Nijega voel ik ineens dat de pijn afzakt. Nog steeds is het pijnlijk in de streek rond mijn lever, maar ik kan in ieder geval weer goed ademhalen zonder dat het pijn doet.

Ik kom thuis, stap van de fiets en moet even uitblazen. De benen voel ik niet, die heb ik het hele tochtje eigenlijk nog niet gevoeld ook. Wanneer ik binnen ben, zakt langzaamaan de kramp weg. Door de warme douche knap ik weer helemaal op. Geen plezierig tochtje op deze manier; ik wil dit niet nog een keer meemaken!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *