We zijn inmiddels 12 trainingen onderweg; 12 van de 18. En stiekem is het erin geslopen. De kracht in je benen. De grotere inhoud van je longen. Het algemene uithoudingsvermogen in je lichaam. De wil om te gaan tussen de oren. Het mag ook wel natuurlijk, de 12 trainingen zijn uiteraard niet voor niks geweest.
En toch is het is anders als voorgaande jaren. Toen kon ik volgen, de trainer achterna fietsen, het kopwerk aan anderen overlaten. Wel hard trainen, maar meer op mijn eigen tempo.
Dit jaar is de inspanning voor mij groter dan voorheen. In eerste instantie fysiek. Ik verricht zelf meer kopwerk, leidt letterlijk de groep over de door mij bedachte route. Maar vooral ook psychisch kosten de trainingen meer energie. Niet alleen moet ik de kop erbij houden om te bedenken waar we ook al weer hen moeten, ook moet ik erop letten dat de mederenners er niet ‘doorheen’ zakken en achterop raken. Met uitzondering van de individuele trainingsonderdelen geldt namelijk altijd; “samen uit, samen thuis” en “we zijn zo snel als de langzaamste”. De groep is gelukkig goed op elkaar ingespeeld en erg sociaal; we letten goed op elkaar.
Hoewel de trainingen me fysiek uitputten leef ik er iedere week naartoe. Het geeft me namelijk vooral psychisch veel positieve energie. En dat is wat ik op dit moment goed kan gebruiken. Heerlijk!