Mijn vel is verbrand, mijn hoofd gloeit nog. We treffen het met het weer, het is tot nu toe helemaal goed en ze voorspellen pas donderdag weer kans op een buitje. Ach, deze mooie dagen heb ik maar weer.
Vanochtend brandde ik zelfs bijna mijn bed uit, zo hard scheen de zon. Maar het maakt niet uit, vroeg eruit betekent dat ik vroeg op pad kan gaan en dat ik veel kan doen en/of zien. De keuze was gevallen op een klein dorpje ergens hoog in een dal. Dat klinkt raar, maar als je bedenkt dat het dal pas begon op een hoogte van ongeveer 1.600 meter (boven NAP dus), dan is dat toch best hoog. De wandelschoenen aan, rugzak op de rug en gaan met die banaan. Op naar boven… met de benenwagen dus.
Pfoe wat is het warm, zeker een graad of 25, en met die temperatuur is wandelend klimmen een warm karweitje. De wind die vanaf de gletscher voor ons komt geeft een welkome afkoeling. Het uitzicht op die gletscher is trouwens mooi en wordt met iedere kilometer die we verder komen mooier.
Nadat we ons hoogste punt van de dag hebben bereikt; lunch! Ofwel: broodje, water, fruit, koekjes, water, en … water! Veel drinken moet met dit warme weer. Even kort genieten van de rust voor de benen en het uitzicht en dan begint de afdaling. Vlot dalen we af.
Tijdens deze wandelingen houdt mijn Garmin braaf bij waar we lopen, hoe hoog we zitten en hoe snel we wandelen. De laatste wandeling in het Val Grisenche, dik 12 kilometer lang, dik 740 hoogtemeters en een gemiddeld wandeltempo van 4,3 kilometer per uur. Leuk voor de statistieken!
The post is brought to you by lekhonee v0.7