Ik voel het; hij ligt ergens op de loer. Hij loert naar mij en dat is een vervelend gevoel. Maar hij gaat me niet te pakken krijgen, niet als het aan mij ligt. Ik zorg er gewoon voor dat hij me niet te pakken krijgt!
Vol strijdlust ga ik verder. Ik zit op de racefiets en doe mee aan de 100km van de Pieter Weening Classic, net als een groot deel van mijn fietsmaatjes. Voor de vierde (of was het vijfde?) keer kom ik aan kop te rijden. De snelheid ligt over de hele tocht op gemiddeld (bijna) 30 km/uur en het kopwerk zit in mijn benen. Trouwens, niet alleen het kopwerk zit in mijn benen, ook de fanatieke spinningles (woensdag) en de ATB-training (donderdag) voel ik nog.
Maar ik zet me over het vermoeide gevoel in de bovenbenen heen en zet door. Naast mij fietst de trainer-uit-dienst en ik kan aan hem zien dat hij ook blij is dat we er bijna zijn… terug in Surhuisterveen.
Bij terugkomst in Surhuisterveen kregen we voor het halen van de tocht een tas met inhoud. Waaronder een stuk gereedschap; een vijl. Bijzonder en niemand snapte het nut er van. Ik wel; dit is ons wapen tegen de man… de man met de hamer!