De wielrenkleding aan en ik loop nog even de kantine van de wielervereniging Ede binnen. We praten nog even wat, terwijl we wachten op de laatsten van de groep. Wanneer iedereen klaar staat doen we onze helmen op, pakken we onze bidons en pakken de handen warm in in de handschoenen; buiten is het koud.
Alle informatie van die ochtend en het intakegesprek maakten me niet heel zeker over of ik het aan zou kunnen. Het is ook tegen me gezegd; “de instructeursopleiding wordt een hele kluif”, maar ze hebben er vertrouwen in en daarom heb ik een positief advies voor de Instructeur 3 opleiding (wielrentrainer) van de NTFU. Ik kan van start.
Op het moment dat ik de fiets pak ebt de spanning, die ik de hele ochtend al enigszins heb gevoeld, weg. Dit is mijn terrein, op mijn fiets voel ik me vertrouwd, dit kan ik. De bedoeling is om de fietscontrole te checken. Als trainer heb je een voorbeeldfunctie en moet je de oefeningen, die je voor moet doen, zelf ook goed kunnen. Logisch. Dat wel ja. Maar zeker niet gemakkelijk!
Na 5 rondjes infietsen op de baan deden we eerst de (ABS) noodstopoefening. Daarbij moet je in korte afstand stoppen waarbij je achterwiel dus NIET mag slippen, deze moet net als bij een auto met ABS rustig doorrollen. Dus. Vervolgens de slalom tussen ‘hoedjes’ door, waarbij je stuurvaardigheid wordt getest. De korte bochtjes die steeds korter worden en meer sturen vragen. Vervolgens de lange bocht die je zo snel mogelijk – en steeds sneller – door moet; buiten-binnen-binnen. Ook bedoeld voor het testen van je stuurvaardigheid. Daarna het aantikken en oppakken van de bidon van de weg… al fietsend dus; een ultieme test van je controle over de fiets. Tot slot staand fietsen en dan bijschakelen; de variant van schakelen waarbij de ketting er het gemakkelijkst afloopt. Gelukkig bij niemand gebeurd.
Oh ja, wij toerfietsers zijn gewend om de handen netjes bovenop het stuur of op de remhandles te hebben, hè?! Vergeet het maar; vanaf nu doe ik alles onder in de beugel! Een andere houding, even wennen, maar nog steeds goed te doen. En het voelt ook wel profi. De beoordeling van mijn fietsvaardigheid krijg ik nog, maar ik weet mijn sterke en zwakke plekken denk ik wel en ga daar op oefenen. Daarbij heb ik al de nodige munitie voor de trainingen met mijn team en kan ik dat met de goede uitleg aan de man gaan brengen. Laat de rest van de opleiding nu ook maar komen; een prachtige nieuwe uitdaging, ik heb er zin in!