Ik voel mijn benen en voel de koude wind op mijn rug. We fietsen vlak voor Boornbergum en we hebben al ongeveer 50 kilometer gefietst. Het gaat snel en wanneer ik op mijn fietsteller kijk, zie ik dat we 35km/uur fietsen. Voor me zie ik dat het iemand te snel gaat.
Ik vraag mijn linkerbuurman of ik mag passeren en geef gas om bij de voorste twee fietsers te komen. Tijdens deze sprint jaagt mijn hartslag richting de 180 slagen per minuut. Maar ik vind dat het langzamer moet, zodat iedereen weer zuurstof kan krijgen. Ik ga daarom (bewust) vooraan fietsen en breng de snelheid terug naar 26-27 km/uur. Tot mijn genoegen hoor ik achter me al snel weer allemaal gebabbel. Goedzo, nu krijgt iedereen weer adem en de benen wat meer rust.
Nadat ik thuis ben gekomen voelen mijn benen zwaar en moe. Die hebben met deze duurtraining toch wel een flinke opdonder gehad. Wanneer ik, gedouchet en volgegeten, mijn fiets sta te poetsen merk ik dat ik toch wel redelijk goed hersteld. Dit was een laatste test… en ik voel dat ik met vlag en wimpel geslaagd ben.
The post is brought to you by lekhonee v0.7